Het zicht op minderjarige slachtoffers van mensenhandel is nog steeds onvoldoende. Dat bleek eerder uit de slachtoffermonitor van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en wordt nu opnieuw bevestigd in een onderzoek van CoMensha, Jeugdzorg Nederland, Landelijk Kenniscentrum LVB, Nederlands Jeugdinstituut en Tilburg University. Het onderzoek bestond uit een praktijkstudie bij vier jeugdzorginstellingen, waaronder Enver, en een landelijke enquête onder 150 professionals van 72 jeugdhulpinstellingen.
Uitkomsten
Het verschil tussen het aantal geschatte en daadwerkelijk gerapporteerde slachtoffers van mensenhandel is groot. Daardoor krijgt deze groep waarschijnlijk niet de hulp die ze nodig heeft. Het is belangrijk dat professionals zich realiseren dat jongeren in de jeugdhulpverlening extra kwetsbaar zijn voor mensenhandel en dat zij daarom een belangrijke rol hebben in het signaleren van slachtoffers. Ze moeten daarom meer inzicht krijgen in de problematiek. Nu wordt er te vaak onterecht vanuit gegaan dat mensenhandel alleen gaat over seksuele uitbuiting, terwijl ook criminele en andere vormen van uitbuiting voorkomen onder jongeren. Bovendien wordt bij slachtoffers vaak alleen aan meisjes gedacht, terwijl ook jongens slachtoffer zijn van uitbuiting.
Aanbevelingen
In het onderzoek staat een aantal aanbevelingen. Zo is training en kennisontwikkeling belangrijk, gericht op zowel de inhoud als op de competenties die bijvoorbeeld nodig zijn bij het voeren van gesprekken over thema’s die als lastig ervaren worden of waarop een taboe heerst. Bovendien moet het onderwerp mensenhandel een structurele plek krijgen binnen de jeugdhulporganisaties. Een aan te wijzen interne aandachtfunctionaris kan een belangrijke rol vervullen als aanspreekpunt, expert en als contactpersoon voor externe partijen. Daarnaast moet er beter worden samengewerkt met de politie, gemeenten en andere (zorg)partijen. Belangrijke schakel hierin is de regionale zorgcoördinator mensenhandel.
Vervolg
De uitkomsten en aanbevelingen zullen binnen Enver worden besproken. Ook in de komende periode blijven we vanuit Enver verbonden aan dit landelijke project.