Blog: terugplaatsing van een tweeling

Bij Enver hebben we veel verschillende hulpvormen, expertises en kennis in huis. Met elkaar zetten we ons dagelijks in om kinderen, jongeren en gezinnen te ondersteunen. Om een inkijkje in ons werk te geven delen we blogs geschreven door onze hulpverleners. In deze blog vertelt Mick Bevk, systeemtherapeut, over haar werk. 


De Jeugdbescherming meldt een tweeling aan bij ons Gezinstrainingsprogramma (GTP). Een meisje en een jongen, acht jaar oud. Ze wonen inmiddels bijna twee jaar in een pleeggezin en doen het daar goed. Ongeveer een keer per vier weken hebben ze contact met hun biologische ouders. Sinds kort zijn de contactmomenten uitgebreid. Jeugdbescherming wil nagaan of terug naar huis gaan mogelijk is.

Overvallen
De afgelopen jaren hebben we meer gewerkt met kinderen die vanuit een pleeggezin teruggeplaatst gaan worden naar hun biologische ouders. Die doelgroep blijkt passend bij ons intensieve hulpproject. We worden echter steeds weer overvallen door de complexiteit van deze zaken.

Nagaan of terug naar huis mogelijk is? Hoe lang woonden de kinderen daar al? Hoe vaak zagen ze hun ouders? Hoe oud zijn ze? Er staan termijnen vast voor hoe lang een kind maximaal uit huis geplaatst mag worden. We krijgen echter vaak te maken met termijnen die verstreken zijn en de redenen daarvoor zijn niet altijd te achterhalen. Bij het begeleiden van terugplaatsingen ervaren wij een zelfde uitdaging van tegenstrijdige belangen, emoties en kwetsuren als bij een vechtscheiding. Alleen vele malen heftiger, lijkt het. Misschien is de grootste uitdaging wel het managen van onze eigen gedachten en gevoelens.

Appèl
De ouders van de tweeling geven aan het contact met hun kinderen te hebben gemist. Ze willen niets liever dan dat hun kinderen weer naar huis komen; “Vertel maar wat we moeten doen”, zeggen ze ons. Als GTP staan wij de ouders bij, dus we voelen hun appèl.
De pleegouders laten weten twijfels te hebben. En zo voelt de betrokken pleegzorgwerker het appèl van de pleeouders weer sterker. Onze positie bepaalt blijkbaar mede ons beider visie, of we willen of niet. Om houvast te zoeken voor alle partijen vragen we de Jeugdbescherming naar het perspectief. Die duidelijkheid komt er vooralsnog niet.

Opgave
Aan de biologische ouders wordt gevraagd te laten zien dat zij goede ouders zijn en tegelijkertijd is het niet duidelijk of de terugplaatsing überhaupt wel plaats gaat vinden.
Als GTP moeten en willen wij kinderen, ouders en pleegouders bijstaan én goed samenwerken met alle partijen én vertrouwen in de jeugdzorg uitstralen. Dit is best een opgave. De vraag ‘hoe kan de tweeling deze overgang zo goed mogelijk maken?’ is hierin onze opdracht en geeft ons houvast.
Alarm
De biologische ouders van de tweeling zijn altijd op tijd bij de GTP-middagen en zetten zich in. De kinderen en ouders hebben veel plezier met elkaar, het gaat goed. Met de ouders werken we concreet aan sensitief ouderschap.

Anders dan anders
Het meisje van de tweeling wordt in het pleegezin onhandelbaar. Ze krijgt woedeaanvallen; vooral de biologische zoon van het pleegezin krijgt het flink te verduren. De jongen van de tweeling gedraagt zich, als altijd, zeer aangepast, maar hij is erg somber. De pleegouders slaan alarm. Bij de ouders loopt de stress daardoor onmiddellijk op. Ze zijn bang dat de kans dat hun kinderen weer naar huis komen, verdwijnt.

Context bepaalt gedrag; de bezoekregeling is uitgebreid en de volwassenen doen anders dan anders. De kinderen voelen dat er ‘iets’ staat te gebeuren, terwijl niemand hun vertelt wat er aan de hand is. Wij zetten alles op alles om te voorkomen dat er tussen de ouders en pleegouders concurrentie oplaait, omdat onze tweeling dan nog meer klem raakt. We ervaren tegelijkertijd dat we van al deze partijen iets vragen dat bijna niet op te brengen is. Het is daarom van belang dat zowel de kinderen, als de ouders en pleegouders erkenning krijgen voor de stress die deze situatie oproept.

Een jaar later
Het is gelukt. De tweeling woont volledig bij hun ouders. De ouders doen het goed en met de kinderen gaat het goed. Het lukt zelfs om sporadisch contact met de pleegouders te onderhouden. Het gaat goed, maar de wonden van alle betrokken partijen zijn nog maar langzaam aan het helen.
Wij zijn al die tijd (anderhalf jaar in totaal) bij deze casus betrokken gebleven. Ook dat is anders omgaan met tijd binnen de jeugdzorg. Maar wat hebben we veel geleerd. We kunnen nu echt gaan afsluiten. En bij een volgende terugplaatsing kunnen we het weer beter doen.


Het Gezinstrainingsprogramma (GTP) van Enver

Het Gezinstrainingsprogramma (GTP) kan helpen wanneer je als ouder niet meer weet hoe het met de opvoeding verder moet en je niet in staat bent de situatie te veranderen. Het GTP is bedoeld voor gezinnen met kinderen in de leeftijd van 3 tot 18 jaar. De training richt zich op het gehele gezin en de directe omgeving. Uitgangspunt is dat gezinnen van en met elkaar kunnen leren. Het programma bestaat in grote lijnen uit groepsbijeenkomsten met andere gezinnen en individuele- en gezinsgesprekken op locatie en thuis bij het gezin. Daarnaast betrekken we belangrijke personen uit het netwerk van het gezin, zoals familie, vrienden en school bij de training.

Print Meer nieuws