April 2021 – Binnen Enver hebben we veel verschillende hulpvormen, expertises en kennis in huis. Met elkaar werken we dagelijks aan het ondersteunen van kinderen, jongeren en gezinnen. Maandelijks delen we blogs, geschreven door hulpverleners, om een inkijkje te geven in ons werk.
Je komt binnen met een rugzak. Bij de deur fluister je goedemorgen terwijl je ogen gericht zijn op de grond. Ik zak door mijn knieën en ik probeer je blik te vangen. “Goedemorgen, ik ben juf Linsey. Je bent nu bij de Duckies”.
Ik laat je zien waar de kapstok is en samen hangen we je jasje op. Ondertussen kijk je me vragend aan. Voor woorden lijkt het nog veel te vroeg. De spanning is van je gezicht af te lezen. Op de puntjes van je tenen loop je voor me uit. Voor de allereerste keer de groep op. Alles neem je in je op. Tien kindjes, vier juffen. Een leeg tafeltje bij het raam. Jouw vaste plekje vanaf vandaag.
De kinderen bouwen aan hun tafel. Met lego, duplo of een knikkerbaan. Maar ook met houten blokken, K’nex of magisch zand. Iedere dag heeft een eigen kleur en een hulpje van de dag. Pictogrammen verduidelijken het dagprogramma. Voorspelbaar en bekend. Iedere dag opnieuw. Spelen, leren en behandelen. Negen maanden lang.
Je ouders zien het even niet meer zitten. Maar ook reguliere basisscholen zeggen je gedag. Onhandelbaar, brutaal en met vlagen agressief. Een dik dossier drukt op je schoudertjes. Zelf ben je nog maar net vijf jaar oud. Met een constante glimlach op je gezicht waarin verdriet en pijn verborgen ligt.
Na een aantal weken op je tenen te lopen, trek je bij ons ook eindelijk de puzzels uit de kast. Je begint te gooien en te schreeuwen. Je schopt, je spuugt in mijn gezicht. Je tanden staan in mijn arm. Slaan is zoveel makkelijker dan huilen. Blauwe plekken helen sneller dan verdriet.
Waar anderen zouden stoppen, wil ik met je verder. Of je me nu een tekening geeft of tegen mijn scheenbenen blijft trappen. Ik zal niet anders reageren. Ik vertel je wat ik zie, maar er is geen goed of fout. Geen mooi of lelijk. Geen lief of leuk.
Jij mag er zijn. Of je nu boos, blij, bang of verdrietig bent. Het voelen en ervaren van de emoties is al ingewikkeld genoeg. Bij het uiten ervan blijf ik naast je staan. Soms duik ik weg voor een vliegende stoel. Maar wegrennen doe ik niet.
Na een aantal maanden zetten we samen kleine stapjes. En voorzichtig durf je wat meer te vertrouwen. Te vertrouwen op de voorspelbaarheid om je heen. Eigenlijk wordt het pas lastig voor mij als je zelf de afstand wilt verkleinen. Door me ondeugend een knipoog te geven. Door grapjes te maken, waar ik stiekem om wil lachen. Door te vragen of je op schoot mag tijdens een verhaaltje voor de klas.
Het liefst zeg ik op alles ‘ja’. Zie ik je het allerliefst genieten. Wil ik dat je dit moment nooit meer vergeet. Maar ben je al toe aan een nieuwe reactie van mij? Een reactie waarin mijn emotie wél duidelijk zichtbaar wordt. En het voor jou onduidelijk is wat je daarmee moet.
Want wat als je er nog niet klaar voor bent? Dan pak je een speelgoedauto om mee te gooien. Doe je een ander kindje pijn. Ga je net zo lang door, totdat ik weer reageer zoals je van me gewend ben. Rustig, duidelijk en met zo min mogelijk emoties in mijn stem.
Ik realiseer me dat je meer geniet zodra je het leven om je heen vast kan grijpen. Je het door je vingers kan laten glijden, zoals bij magisch zand. Zand wat zich steeds een beetje verder hecht. En wat nooit echt helemaal los zal laten. Omdat jij het vast kan houden.
NB Linsey werkt op één van de acht observatie- en behandelgroepen van Enver.