November 2021 – Binnen Enver hebben we veel verschillende hulpvormen, expertises en kennis in huis. Met elkaar werken we dagelijks aan het ondersteunen van kinderen, jongeren en gezinnen. Om een inkijkje in ons werk te geven delen we blogs geschreven door hulpverleners. Onderstaande blog is geschreven door een ambulant hulpverlener.
Als ambulant hulpverlener ontmoeten wij vaak ouders die het erg moeilijk hebben met de zorg voor hun (hele) jonge kinderen. Ook deze moeder zag het even allemaal niet meer zitten.
Daar zit ze. Onderuitgezakt, moe en broodmager. Op de bank in haar mooie, gezellig ingerichte eengezinswoning die zo uit een tijdschrift lijkt te komen. Op schoot ligt haar drie weken oude dochter. Ze zijn net terug uit het ziekenhuis na een zeer lastige start. Moeder is er angstig van geworden. Zo angstig, dat ze haar dochter constant dicht bij zich houdt. Op schoot voedt ze haar, verschoont ze haar en laat ze haar slapen. Ze heeft alles binnen handbereik en komt niet van de bank af.
Ze voelt zich doodongelukkig, huilt om alles en weet niet meer hoe ze vooruit kan komen. Pas wanneer haar man thuiskomt, is er ruimte voor beweging; letterlijk en figuurlijk. Dan staat ze op om naar de wc te gaan, maar is wel binnen een paar seconden weer terug. ’s Nachts slaapt ze bijna niet, dan staart ze naar haar kind dat naast haar ligt in een bedje. Bij iedere beweging veert ze op om te kijken of haar dochtertje nog wel ademt.
Groeien
Ik wil aan de slag om deze moeder en het kindje te helpen, ze samen te laten groeien en ontwikkelen. Ik wil ervoor zorgen dat moeder weer zichzelf kan zijn, zich zelfverzekerd voelt. Ik voel grote zorgen: een baby die zich op deze manier niet zal ontwikkelen, minder goed groeit, een moeder die niet meer wil leven. Maar ik voel ook dat het goed gaat komen. Ik zie een bak aan liefde. Over een poosje gaan beiden van die bank afkomen.
“Hoe moet ik dit doen?”
Als team ontmoeten we vaker ouders die het heel moeilijk hebben met de zorg voor hun jonge kinderen. Onderstaande uitspraken horen we vaak.
“Hoe moet ik dit doen? Als ik haar loslaat, gaat ze huilen, en dan stopt ze weer met ademen, dat kan niet!”
“Ik zou willen dat ik haar nooit gehad had. Is ze eigenlijk wel echt van mij?”
“Ik trek het niet meer, sta met een kussen bij Jelle* en wil het gehuil niet meer horen.”
“Ik sta te trillen op mijn benen, waarom wilde ik moeder worden? Hij wordt nooit meer stil. Neem hem anders maar mee en geef hem terug als hij wat groter is.”
Stap voor stap
Thuis proberen we deze ouders weer te laten groeien en zelfvertrouwen te geven. We gaan stap voor stap te werk. Daarbij kijken we altijd naar de mogelijkheden van een ouder en benaderen we hen positief. We laten de ouders zien wat ze al goed doen en wat ze nog meer kunnen doen. We observeren wat er gebeurt, proberen ouders dat zelf te laten zien of helpen hen daar bij.
Met opgenomen beelden laten we zien wat er gebeurt, hoe hun kind reageert en wat ze daar zelf in doen. We coachen heel direct en zeggen wat voor invloed hun acties op hun kind(eren) hebben. Vaak zien ouders zelf niet meer dat hun kindje oogcontact met hen maakt, of zien ze het wel, maar kunnen ze niet zien dat hun kind contact probeert te maken. Ouders interpreteren dingen die gebeuren soms anders. Wanneer een klein kindje gaat huilen, denken ze bijvoorbeeld dat hun kind altijd pijn heeft of soms zelfs zijn ouders aan het ‘pesten’ is. Uiteraard hebben ze dit gevoel niet zomaar, maar komt het voort uit dingen die ze hebben meegemaakt, soms uit een trauma.
Kracht
Ouders weer in hun kracht zetten, uitleg geven en hen zeer intensief ondersteunen kan in een korte tijd zoveel doen. Soms gaan we één keer per week langs, soms is het nodig om in een korte periode vier keer in de week langs te gaan. En wat ga je uiteindelijk blij de deur uit wanneer je ouders die bovenstaande uitspraken deden hoort zeggen:
“Ze is net wakker geworden, ze ligt lekker te kletsen boven in haar bedje, ik haal haar zo, even dit afmaken”
“Ik ben verliefd op mijn eigen kind”
”Wat geniet ik toch van alles met mijn lieve Jelle*, ik kan me niet meer voorstellen dat ik dat zou doen”
“Poe, wat is het zwaar geweest, maar het was het allemaal waard. Wat een prachtig mooi kindje hebben wij toch”
Ik kan dan alleen maar denken: wat heb ik toch een heerlijke baan!
*Niet de echte naam