Maart 2021 – Binnen Enver hebben we veel verschillende hulpvormen, expertises en kennis in huis. Met elkaar werken we dagelijks aan het ondersteunen van kinderen, jongeren en gezinnen. Vanaf nu delen we maandelijks een blog, geschreven door een hulpverlener, om een inkijkje te geven in ons werk.
Ik besef al snel dat dit foute boel is. Ik ben aan het appen met een 15-jarig meisje dat haar leven uitzichtloos vindt. Ze heeft regelmatig gedachten om zichzelf iets aan te doen. Als blijkt dat deze gedachten ook al eens zijn omgezet in handelen, weet ik zeker dat een veiligheidsinschatting van dit meisje belangrijk is.
Het desbetreffende meisje en haar ouders begeleid ik inmiddels een half jaar. Aan het begin van het hulpverleningstraject heb ik dit meisje geregeld gesproken. Ze vertelde over zichzelf, maar hield ook veel verborgen. Vertrouwen in anderen was er niet meer. Verscholen achter haar mooie haarbos tekende het verdriet steeds weer op haar gezicht. Maar erover praten, vond ze moeilijk en deed ze niet.
Ik probeerde me aan te passen aan haar tempo, maar in de loop van de tijd trok zij zich steeds meer terug. Zichzelf wijsmakend dat wat ik deed alleen maar mijn werk was en dat het mij niet echt om háár ging. En steeds meer raakte ik het contact met haar kwijt. Alleen via de app stond ze mij toe om in gesprek te blijven. En ondanks dat de fysieke afstand steeds groter werd, kwam ik online toch steeds een stapje dichterbij.
Terwijl de woorden van dit meisje bij mij binnenkomen, benader ik haar psycholoog. Ik vertel haar over mijn zorgen en ze sluit zich direct bij mij aan. Mijn zorg wordt een gedeelde zorg en we spreken af dat ik met dit meisje haar kant op kom om te beoordelen wat zij nodig heeft. Mooi bedacht, maar daar is dit meisje het natuurlijk niet mee eens. Praten, dat weigert ze, en al helemaal face-to-face.
Onderweg naar het gezin bel ik weer met haar psycholoog en maken we een plan. We proberen het gesprek thuis met dit meisje en haar moeder te voeren. Daar treffen we een moeder in grote paniek aan. Zij kent haar dochter als de beste en ze is als de dood dat dit meisje uiteindelijk onder dwang van politie en met ambulance afgevoerd wordt. Alleen maar, omdat zij vanuit angst het gesprek niet met ons durft aan te gaan. En ik besef dat moeders angst reëel is als we vasthouden aan een echt gesprek.
Wat volgt, is een gesprek via de app. Met dit meisje, met mij en de psycholoog. En ondertussen praten we met moeder over dat wat er speelt en wat er nodig is. Het meisje maakt vanaf haar slaapkamer veiligheidsafspraken met ons. Ondertussen leggen we ook nog een lijntje met de betrokken psychiater die ons het vertrouwen geeft om ons gevoel te volgen. Ook lukt het moeder om met haar dochter het gesprek aan te gaan. Zo komen er uiteindelijk toch gezamenlijke afspraken op papier.
Met moeder schakelen we vervolgens nog met haar eigen behandelaar. Het gaat hier immers om een kwetsbaar gezin en ook zij heeft veel last van haar eigen problematiek. Vanuit de GGZ wordt de zorg om haar dochter direct serieus genomen. Moeder wordt gehoord en voelt zich erkend in haar keuze dat de belangen van haar dochter nu even voorop staan. Haar eigen contactmomenten worden opgehoogd en we maken een plan waarmee het voor deze moeder haalbaar voelt om dit alles aan te kunnen gaan.
Als ook zij haar vertrouwen uitspreekt en de psychiater op afstand akkoord is gegaan met de afspraken die zijn gemaakt, stap ik de deur uit. Inmiddels ben ik ruim een halve dag verder en besef ik dat deze dag ook zo anders had kunnen lopen. Wat als wij hadden vastgehouden aan een echt gesprek? Mogelijk had deze moeder dan wel gelijk gekregen. Wat was er dan met dit meisje gebeurd? Hoe ingrijpend is zoiets voor een al zo beschadigd kind? Nu, maar ook voor later?
Wanneer ik mijn collega’s informeer, vertel ik over de samenwerking die ik heb ervaren. Naadloos sloot iedereen op elkaar aan. We hebben dit meisje kunnen horen in haar machteloosheid, maar hebben ook met moeder bij haar eigen onmacht stil kunnen staan. Dit meisje heeft openheid gegeven, is met ons in contact gebleven en er zijn veiligheidsafspraken gemaakt in de breedste zin van het woord. Zoveel meer dan ik lange tijd voor mogelijk hield.
Ondanks dat de dag met grote zorgen begon, overweegt een gevoel van positiviteit. Deze dag geeft mij weer een stukje vertrouwen. In dit meisje en haar moeder. Maar bovenal in de hulpverlening. En in de samenwerking die nodig is om passende keuzes te kunnen blijven maken, out-of-the-box te kunnen denken en zorg op maat te blijven bieden daar waar dat soms nodig is. Ook al horen we vaak de mindere verhalen. Vandaag heb ik weer even ervaren dat het wel degelijk mogelijk is!